Eén quotum Participatiewet? Overheid; ga eens ondernemen!

Mensen met een beperking die een baan krijgen bij een bedrijf, tellen voortaan ook mee voor het quotum dat de overheid zich had opgelegd, als het aan staatssecretaris Tamara van Ark ligt. De gezamenlijke doelstelling van 125.000 banen blijft staan en de overheid mag niet achteroverleunen. Mijn eerste gedachte? Dit is echt een heel slecht idee. 

Saskia Rosmalen is directeur van Onbeperkt aan de Slag. Zij schreef deze blog.

‘Directe tweede gedachte: wat als het andersom was geweest? Als het bedrijfsleven het quotum niet had gehaald en de overheid wel? Ik weet wel zeker dat er dan consequenties aan waren verbonden, en niet het samenvoegen van het quotum.

Waarom geen doelgroepuitbreiding?

Toen – al vrij snel-  duidelijk werd dat de overheid het door haarzelf gestelde quotum nooit zou halen, had ik wel een kunstgreep verwacht. Maar ik had gehoopt dat de doelgroep uitgebreid zou worden. De originele Participatiewet (lees hierover meer onder de kop ‘Toelichting Participatiewet’) sloot aan bij de bezuinigen op de sociale werkvoorziening. Het doelgroepenregister was aanvankelijk alleen voor mensen die zelfstandig niet in staat waren om 100% van het minimum loon te verdienen, voornamelijk (maar niet beperkt tot) mensen met een verstandelijke handicap, die normaal in de sociale werkplaatsen zouden werken. Deze doelgroep werd al snel uitgebreid met Wajong-gerechtigden, mensen die vanaf hun geboorte al leven met een handicap of jong gehandicapt raakten. Ik had verwacht dat de overheid nu simpelweg de doelgroep weer zou uitbreiden, ditmaal met WIA-gerechtigden en 35-minners. Want waarom zou je mensen die later – na hun studietijd of nadat ze al gewerkt hebben – gehandicapt raakten – bijvoorbeeld door een ziekte of ongeluk – niet op willen nemen in een wet die bedoeld is om mensen bij reguliere werkgevers aan een baan te helpen?

Kom eens in de doe-stand

Laat ik heel duidelijk zijn: de gedachte achter de Participatiewet, dat mensen met een beperking net als ieder ander kans moeten hebben op een baan die bij hen past – dus ook bij reguliere werkgevers in overheid en bedrijfsleven – daar sta ik vierkant achter! De uitwerking is alleen zo onbeschrijflijk slecht. Voor mensen die niet in een hokje passen binnen de regels die zijn opgesteld, wordt weer een nieuw hokje gemaakt. Zo ingewikkeld en administratief. Terwijl dat helemaal niet nodig is. Dat bewijst het bedrijfsleven wel. Neem ABN Amro. Die doet dit al heel lang ontzettend goed. Sterker nog, die zien het helemaal niet als een goed doel of een verplichting. Zij hebben inmiddels aparte HR-medewerkers aangenomen, om medewerkers te vinden met een beperking die van meerwaarde zijn voor hun organisatie. Of ze nu onder de Participatiewet vallen of niet; het maakt ABN Amro  niet meer uit. Waarom? Omdat haar klanten divers zijn. En een bedrijf dat met haar medewerkers de maatschappij weerspiegelt, doet het beter.

Terwijl de overheid zich wel nog heel druk maakt om dat ‘vinkje’, of degene die ze aannemen wel meetelt voor het quotum. Zo worden mensen met een beperking elkaars concurrenten of – indien ze niet tot de doelgroep behoren – maken  juist geen enkele kans.

Er zijn echt wel overheidswerkgevers die het goed doen, net zoals er ondernemers zijn die niets doen. Maar het verschil in resultaat tussen overheid en bedrijfsleven is wel heel groot. We hebben hier toch echt te maken met twee verschillende bloedgroepen. Overheid maakt beleid, onderzoekt, schrijft rapporten, maakt regels en werkt daarnaar. Bedrijven ook wel, maar die zitten doorgaans toch meer in de doe-stand. Daarom zijn het nu eenmaal ondernemers.

Kronkels

Met het samenvoegen van de quota zegt de staatssecretaris te willen voorkomen dat de overheid uitbesteed werk dat door mensen met een beperking wordt gedaan weer in eigen hand neemt om maar aan de afspraak te voldoen, in plaats van zich te richten op het scheppen van nieuwe banen. ‘Dat zou per saldo alleen maar banen voor mensen met een beperking kosten’, schrijft ze aan de Tweede Kamer. ‘De overheid helpt dan geen mensen met een beperking aan een baan, maar kaapt ze weg uit het bedrijfsleven.’ Natuurlijk besteedt de overheid veel uit, aan dienstverlenende bedrijven zoals schoonmaakbedrijven en cateraars. Daarom is deze aankondiging, behalve voor de overheid, goed nieuws voor dit soort bedrijven. Het is namelijk inderdaad gebleken dat overheidsinstanties – met de boetes vanaf januari 2019 in het voorruitzicht – middels allerlei  constructies ervoor zorgden dat gehandicapten die via deze bedrijven werken op een overheidslocatie, ook voor het overheidsquotum meetellen. De VSO – de vereniging van overheidswerkgevers – trok daarom aan de bel bij het ministerie: dat kon toch niet de bedoeling zijn. Nee, natuurlijk niet! Stop je tijd in iets dat daadwerkelijk in de geest van de wet past, in plaats van kronkels te bedenken zodat je aan de letter van de wet voldoet.

Valsspelen

Maar tot mijn grote verbazing kwam de staatsecretaris met deze maatregel: het onderscheid tussen markt en overheid wordt afgeschaft. Daarbovenop postte de adviseur verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in dezelfde lijn der gedachte op LinkedIn dat dit goed nieuws was, voor zowel de werkgevers als de mensen. Hoe dan? Dat het goed is voor de werkgevers die nu hun opdrachten behouden van overheidsinstanties, begrijp ik. Dat het goed is voor de overheid is overduidelijk. Maar voor de mensen? Lijkt me stug. De overheid heeft nu geen enkele stok meer achter de deur om zich hard te maken voor deze afspraak, en kantelt haar verantwoordelijkheden af op het bedrijfsleven. Terwijl beide hun uiterste best zouden doen. Dat was toch juist de bedoeling?

Om de tot nu toe tekort schietende prestaties van de overheid positiever te framen in de publieke beeldvorming, heeft het VSO een op z’n zachtst gezegd sturend artikel en bijbehorende video gemaakt. In deze video wordt getoond dat de overheid tussen 2013 en 2017 iets meer dan 6.400 mensen met een beperking aan het werk heeft gesteld. Dat is volgens het figuur al bijna het onderste uit de kan, omdat er slechts 7.000 geschikte banen zouden zijn. Terwijl het bedrijfsleven eigenlijk wel 1,3 miljoen geschikte banen heeft en nu ‘slechts’ 30.400 mensen met een beperking aan het werk heeft geholpen. Maar het bedrijfsleven heeft al veel meer gehandicapten in haar teams, alleen behoren die niet allemaal tot de vastgestelde doelgroepen. Bovendien is het onduidelijk waar de cijfers over de geschikte banen vandaan komen. En al zouden deze cijfers wel ergens op gebaseerd zijn: waarom stelde de overheid dan zelf deze quota vast? Eerst een overheidsquotum vaststellen en nu puntje bij paaltje komt opeens de spelregels veranderen – ten gunste van de overheid en ten nadele van het bedrijfsleven -zou in de sport met recht worden betiteld als ‘valsspelen’.

Belangrijkste vraag die nu wederom onbeantwoord blijft: wat of wie is nu de stok achter de deur voor de overheid? Men zegt dat de prestaties van de overheid ‘nauwlettend in de gaten zullen worden gehouden’. Ik lees niets over consequenties, een daadwerkelijk plan van aanpak. Gelukkig moet deze motie – die tot mijn verbazing door een meerderheid in de Tweede Kamer wordt gesteund – nog door de Eerste, want het betreft enkel een wetswijziging. Maar aangezien het in de media gebracht wordt als een uitgemaakte zaak, zal er ook daar wel genoeg steun zijn voor dit plan. Leer nu eens van het bedrijfsleven in plaats van haar prestaties te bagatelliseren of ze proberen op je eigen naam te schrijven. Overheid: ga eens ondernemen!’

Saskia Rosmalen is directeur van Onbeperkt aan de Slag, een sociale onderneming die  zeer verdienstelijk Meet&Greets tussen werkzoekenden met een handicap en werkgevers organiseert.   

Toelichting Participatiewet
De gedachte achter de Participatiewet is ‘uitgaan van de eigen kracht van mensen en ondersteuning bieden waar nodig’. Het doel is om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te re-integreren. Dit betekent dat zij een betaalde baan hebben, zich kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud en/of op andere manieren maatschappelijk actief zijn.

Gemeentelijk beleid
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Iedere gemeente krijgt de ruimte om zelf een beleid uit te stippelen. Ze beschikken over (hulp)middelen om de re-integratie van arbeidsbeperkten te vergemakkelijken. Voorbeelden zijn het verstrekken van loonkostensubsidies of no-risk polissen.

3 wetten=1 Participatiewet
De Participatiewet voegde de Wet sociale werkvoorziening (WSW), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en bijstand (WWB) samen. Hierdoor is er nu één regeling voor de doelgroepen die eerder onder deze drie wetten vielen. Jongeren vallen alleen onder de nieuwe Wajong wanneer zij volledig en duurzaam geen arbeidsvermogen hebben.

Hoeveel extra banen?
Tegelijk met de Participatiewet is ook de Wet banenafspraak gemaakt. De centrale doelstelling van de banenafspraak is het creëren van 125.000 nieuwe banen, ten opzichte van begin 2013. Hiervan moet het bedrijfsleven 100.000 banen realiseren in 2026, en de overheid de overige 25.000, in 2024. Omdat 2026 nog ver weg is, zijn er per jaar subdoelen geformuleerd. In de zomer van 2017 werd duidelijk dat de overheid in 2016 niet het verplichte aantal van 6500 banen had gerealiseerd: het waren er slechts 3.597. Werkgevers in de private sector hebben de doelstelling van 14.000 banen in 2016 wel ruimschoots gehaald: zij realiseerden 18.957. In juli 2018 bleek dat de overheid ook over 2017 haar quotum niet had gehaald.

Quotum niet gehaald: quotumheffing
De afspraak hierover was dat in dit geval de Quotumwet in werking zou treden, vanaf 1 januari 2018. Deze legt een zogeheten quotumheffing op: een boete aan iedere werkgever met meer dan 25 mensen in dienst, die niet een vastgesteld percentage aan werknemers uit de doelgroep banenafspraak in dienst heeft.